Vertaling van luid

Inhoud:

Nederlands
Frans
hardop, luid {bw.}
fort 
à haute voix 
hard, luid {bn.}
fort 
haut 
sonore 
aflopen, beieren, galmen, kleppen, luiden, schalmen, overgaan {ww.}
sonner 
tinter 

ik luid

je sonne
» meer vervoegingen van sonner

bellen, aanbellen, luiden, schellen {ww.}
sonner 
sonner à la porte 

ik luid

je sonne
» meer vervoegingen van sonner



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Het is te luid.

C'est trop fort.

De radio is te luid.

La radio est trop forte.

Ik sprak luid, zodat iedereen me kon verstaan.

Je parlai fort, de manière à ce que chacun puisse m'entendre.

De radio staat te luid. Kunt ge hem niet wat stiller zetten?

La radio est trop forte. Tu ne peux pas baisser un peu le volume ?


Gerelateerd aan luid

hardop - hard - aflopen - beieren - galmen - kleppen - luiden - schalmen - overgaan - bellen - aanbellen - schellen