Vertaling van mager

Inhoud:

Nederlands
Frans
mager, schraal, sprietig {bn.}
maigre 
mager, schraal, schriel, spichtig {bn.}
maigre 
dun, luchtig, mager, schraal, sprietig {bn.}
mince 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.

Ma sœur est mince, mais je suis un peu grosse.

Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.

Ma sœur est maigre et moi je suis replet.


Gerelateerd aan mager

schraal - sprietig - schriel - spichtig - dun - luchtig