Vertaling van manieren

Inhoud:

Nederlands
Frans
gedrag [o], houding [v], manieren {zn.}
tenue  [v] (la ~)
manier (mv. manieren), trant, wijze {zn.}
manière  [v] (la ~)
façon [v] (la ~)
Ik hou van uw manier om te glimlachen.
J'aime ta façon de sourire.
Ik hou niet van zijn manier van spreken.
Je n'aime pas sa façon de parler.


Gerelateerd aan manieren

gedrag - houding - manier - trant - wijze