Vertaling van mede

Inhoud:

Nederlands
Frans
eveneens, evenzeer, mede, ook {bw.}
aussi 
berichten, mededelen, meedelen, voortzeggen {ww.}
communiquer 

ik deel mede
jij deelt mede
hij/zij/het deelt mede

je communique
tu communiques
il/elle communique
» meer vervoegingen van communiquer

bijeenbrengen, meebrengen, meenemen, medenemen, medebrengen {ww.}
emporter 
prendre avec soi
apporter 

ik breng mede
jij brengt mede
hij/zij/het brengt mede

j'emporte
tu emportes
il/elle emporte
» meer vervoegingen van emporter

Wat moet ik meenemen?
Que dois-je emporter ?
afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen {ww.}
emmener 
rassembler 
amener 
assembler 

ik breng mede
jij brengt mede
hij/zij/het brengt mede

j'emmène
tu emmènes
il/elle emmène
» meer vervoegingen van emmener

Je mag wie je maar wilt meenemen.
Vous pouvez emmener qui vous voulez.
aankondigen, in kennis stellen, meedelen, mededelen, verwittigen {ww.}
faire part de 
apprendre à