Vertaling van mijnheer

Inhoud:

Nederlands
Frans
heer [m], heerschap [o], meneer [o], mijnheer [o] {zn.}
monsieur  [m] (le ~)
Dank u, meneer.
Merci, Monsieur.
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Un médecin examina Monsieur Brun.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Mijnheer Wood had geen zonen.

M. Wood n'avait pas de fils.

Mijnheer Suzuki heeft drie dochters.

M. Suzuki a trois filles.

Wat is de voornaam van mijnheer Johnson?

Comment M. Johnson se prénomme-t-il?


Gerelateerd aan mijnheer

heer - heerschap - meneer