Vertaling van naaien

Inhoud:

Nederlands
Frans
naaien, neuken, ketsen, batsen {ww.}
sauter
fourrer
foutre 
s'accoupler
baiser 
naaien {ww.}
coudre 

wij naaien
jullie naaien
zij naaien

nous cousons
vous cousez
ils/elles cousent
» meer vervoegingen van coudre

Ze kan heel goed naaien.
Elle sait très bien coudre.
naaien, naaikunst, naaivak {zn.}
couture  [v] (la ~)
copuleren, naaien, neuken, vozen, wippen {ww.}
coucher [o]
forniquer
baiser 

wij naaien
jullie naaien
zij naaien

nous couchons
vous couchez
ils/elles couchent
» meer vervoegingen van coucher


Gerelateerd aan naaien

neuken - ketsen - batsen - naaikunst - naaivak - copuleren - vozen - wippen