Vertaling van naar

Inhoud:

Nederlands
Frans
naar, ziek {bn.}
malade 
malsain 
akelig, naar, onaangenaam, verdrietelijk, vervelend {bn.}
désagréable 
maussade 
déplaisant
aan, bij, naar, tegen, tot, voor, op {vz.}
en 
vers 
à 
envers 
pour 
blijkens, ingevolge, langs, naar, volgens {vz.}
d'après 
selon 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Kom naar hier!

Venez !

Kijk eens naar dit.

Jette un œil là-dessus.

Ik moet naar bed.

Je dois aller dormir.

Ga naar school.

Va à l'école.

Sawako wil naar Frankrijk.

Sawako veut aller en France.

Ze ging naar Ibaragi.

Elle est allée à Ibaragi.

Naar waar gaan we?

Où va-t-on ?

Hij vertrok naar Parijs.

Il partit pour Paris.

Ze wees naar hem.

Elle le désigna.

Ze luisterde naar hem.

Elle l'écoutait.

Hij wil naar Amerika.

Il veut se rendre en Amérique.

Ik luister naar muziek.

J'écoute de la musique.

Naar het Hiltonhotel alstublieft.

L'hotel Hilton, s'il vous plait.

Naar het zuiden.

Vers le sud.

Naar het Hiltonhotel alstublieft.

À l'hôtel Hilton s'il vous plait.


Gerelateerd aan naar

ziek - akelig - onaangenaam - verdrietelijk - vervelend - aan - bij - tegen - tot - voor - op - blijkens - ingevolge - langs - volgens