Vertaling van net
Voorbeelden in zinsverband
Hij repareerde het net.
Il répara le filet.
Hij is net teruggekomen.
Il vient juste de rentrer.
Hij is net gegaan.
Il vient de partir.
Paul heeft net gebeld.
Paul a téléphoné à l'instant.
Ik ben net opgestaan.
Je viens de me lever.
Ze is net vertrokken.
Elle vient de partir.
Je lijkt net op hem.
Tu lui ressembles comme à une goutte d'eau.
Ik ben net terug uit school.
Je viens de rentrer de l'école.
Ik heb het boek net uitgelezen.
Je viens de finir de lire le livre.
Ik ben net klaar met eten.
Je viens de finir de manger.
Ik ben net zo groot als Tom.
Je suis aussi grand que Tom.
Ze is net zo bezig als Tom.
Elle est aussi occupée que Tom.
De stal is net achter de boerderij.
L'écurie est juste derrière la ferme.
Ik dacht net aan een nieuwe baan.
Je pensais justement à un nouveau travail.
Trang is net zo mooi als Dorenda.
Trang est aussi belle que Dorenda.