Vertaling van neuken

Inhoud:

Nederlands
Frans
naaien, neuken, ketsen, batsen {ww.}
sauter
fourrer
foutre 
s'accoupler
baiser 
copuleren, naaien, neuken, vozen, wippen {ww.}
coucher [o]
forniquer
baiser 

wij neuken
jullie neuken
zij neuken

nous couchons
vous couchez
ils/elles couchent
» meer vervoegingen van coucher


Gerelateerd aan neuken

naaien - ketsen - batsen - copuleren - vozen - wippen