Vertaling van noden

Inhoud:

Nederlands
Frans
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
inviter 

wij noden
jullie noden
zij noden

nous invitons
vous invitez
ils/elles invitent
» meer vervoegingen van inviter

gevaar, nood (mv. noden), onraad, perikel {zn.}
danger  [m] (le ~)
peril  [m] (le ~)
We zijn buiten gevaar.
Nous sommes hors de danger.
Mijn leven was in gevaar.
Ma vie était en danger.
armoe [v], ellende [v], narigheid [v], schamelheid [v], misère, nood (mv. noden) {zn.}
misère  [v] (la ~)
nood (mv. noden), noodzaak {zn.}
nécessité  [v] (la ~)


Gerelateerd aan noden

inviteren - uitnodigen - vragen - gevaar - nood - onraad - perikel - armoe - ellende - narigheid - schamelheid - misère - noodzaak