Vertaling van nog een
Voorbeelden in zinsverband
Hij heeft nog een zoon.
Il a un autre fils.
Lees het nog een keer.
Lis-le encore une fois.
Wil je nog een stuk cake?
Tu veux encore un truc facile ?
Ik heb nog een vriend in China.
J'ai un autre ami en Chine.
Geef me alstublieft nog een kans.
Je vous en prie, donnez-moi encore une chance.
Ik wil nog een kopje thee.
Je veux une autre tasse de thé.
Er is nog een hoop water over.
Il y a encore beaucoup d'eau.
Mag ik nog een stuk taart hebben?
Puis-je avoir une autre part de gâteau ?
De tentoonstelling blijft nog een maand geopend.
L'exposition sera ouverte pour encore un mois.
Wilt u nog een kopje thee?
Veux-tu encore une tasse de thé ?
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
Il reste encore une question que nous devons discuter.
Kunt u me nog een andere laten zien?
Montrez-moi un autre, s'il vous plaît.
We zagen nog een schip in de verte.
On a vu un autre bateau loin en tête.
Mijn moeder stierf toen ik nog een kind was.
Ma mère est morte lorsque j'étais enfant.
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
Puis-je vous offrir un autre morceau de gâteau ?