Vertaling van object

Inhoud:

Nederlands
Frans
ding [o], mikpunt, object, onderwerp, voorwerp {zn.}
chose  [v] (la ~)
objet  [m] (l' ~)
Weten is één ding, het ook doen is heel wat anders.
Le savoir c’est une chose, le faire c’en est une autre.
Een taal spreken is één ding, maar iemand een taal leren is iets helemaal anders.
Connaître une langue est une chose, l'enseigner en est une autre.


Gerelateerd aan object

ding - mikpunt - onderwerp - voorwerp