Vertaling van opdringen

Inhoud:

Nederlands
Frans
forceren, opdringen {ww.}
imposer 
obliger 
contraindre 

ik zal opdringen
jij zult opdringen
hij/zij/het zal opdringen

j'imposerai
tu imposeras
il/elle imposera
» meer vervoegingen van imposer



Gerelateerd aan opdringen

forceren