Vertaling van ophitsen

Inhoud:

Nederlands
Frans
agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
faire de l'agitation
émouvoir 
débattre 
troubler 
agiter 
aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren {ww.}
irriter 
agacer 

ik zal ophitsen
jij zult ophitsen
hij/zij/het zal ophitsen

j'irriterai
tu irriteras
il/elle irritera
» meer vervoegingen van irriter



Gerelateerd aan ophitsen

agiteren - opruien - opstoken - opwinden - schudden - aanstoken - irriteren - op stang jagen - prikkelen - sarren