Vertaling van oplappen

Inhoud:

Nederlands
Frans
boeten, flikken, lappen, oplappen, stoppen, verstellen {ww.}
rapiécer 

ik zal oplappen
jij zult oplappen
hij/zij/het zal oplappen

je rapiécerai
tu rapiéceras
il/elle rapiécera
» meer vervoegingen van rapiécer



Gerelateerd aan oplappen

boeten - flikken - lappen - stoppen - verstellen