Vertaling van opleggen
Inhoud:
Nederlands
Frans
ik zal opleggen
jij zult opleggen
hij/zij/het zal opleggen
je mettrai
tu mettras
il/elle mettra
» meer vervoegingen van mettre
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Que vais-je mettre: un pantalon ou une jupe ?