Vertaling van oplossen

Inhoud:

Nederlands
Frans
oplossen {ww.}
résoudre 

ik zal oplossen
jij zult oplossen
hij/zij/het zal oplossen

je résoudrai
tu résoudras
il/elle résoudra
» meer vervoegingen van résoudre

Niemand kan dit probleem oplossen.
Nul ne peut résoudre ce problème.
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Pourrais-tu résoudre le problème ?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Niemand kan dit probleem oplossen.

Nul ne peut résoudre ce problème.

Dick probeerde het probleem tevergeefs te oplossen.

Dick essaya en vain de résoudre le problème.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

Ça lui fut facile de résoudre le problème.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

Il put facilement résoudre le problème.

Hoe ga je dit probleem oplossen?

Comment allez-vous résoudre ce problème ?

Heb je het probleem kunnen oplossen?

Pourrais-tu résoudre le problème ?