Vertaling van oponthoud

Inhoud:

Nederlands
Frans
oponthoud [o], verblijf {zn.}
séjour  [m] (le ~)
opschorting [v], verdaging [v], verlating [v], oponthoud [o], uitstel, verlet {zn.}
sursis  [m] (le ~)
achterstand [m], vertraging [v], oponthoud [o] {zn.}
retard  [m] (le ~)
Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.
L'avion a été en retard à cause du mauvais temps.


Gerelateerd aan oponthoud

verblijf - opschorting - verdaging - verlating - uitstel - verlet - achterstand - vertraging