Vertaling van opsturen

Inhoud:

Nederlands
Frans
opsturen {ww.}
faire suivre
doen toekomen, sturen, opsturen, zenden, opzenden, verzenden {ww.}
envoyer 
adresser 

ik zal opsturen
jij zult opsturen
hij/zij/het zal opsturen

j'enverrai
tu enverras
il/elle enverra
» meer vervoegingen van envoyer

We zouden Jordan naar het ziekenhuis moeten sturen.
Nous devrions envoyer Jordan à l'hôpital.
Ik heb hem gevraagd ons het boek op te sturen.
Je lui ai demandé de nous envoyer le livre.


Gerelateerd aan opsturen

doen toekomen - sturen - zenden - opzenden - verzenden