Vertaling van opwekken

Inhoud:

Nederlands
Frans
wakker maken, wekken, opwekken {ww.}
réveiller 

ik zal opwekken
jij zult opwekken
hij/zij/het zal opwekken

je réveillerai
tu réveilleras
il/elle réveillera
» meer vervoegingen van réveiller

Ga Mary wakker maken.
Va réveiller Marie.
Je moet geen slapende honden wakker maken.
Il ne faut pas réveiller le chien qui dort.
aansporen, aanvuren, aanwakkeren, opwekken, zwepen {ww.}
pousser à
inciter 

ik zal opwekken
jij zult opwekken
hij/zij/het zal opwekken

j'inciterai
tu inciteras
il/elle incitera
» meer vervoegingen van inciter

doen herleven, opwekken {ww.}
ranimer 

ik zal opwekken
jij zult opwekken
hij/zij/het zal opwekken

je ranimerai
tu ranimeras
il/elle ranimera
» meer vervoegingen van ranimer



Gerelateerd aan opwekken

wakker maken - wekken - aansporen - aanvuren - aanwakkeren - zwepen - doen herleven