Vertaling van opwinden

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanwakkeren, opwinden, prikkelen, verhitten, werken op {ww.}
hérisser 
exciter 

ik zal opwinden
jij zult opwinden
hij/zij/het zal opwinden

je hérisserai
tu hérisseras
il/elle hérissera
» meer vervoegingen van hérisser

nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken {ww.}
tendre 
serrer 
raidir 
remonter 
bander 

ik zal opwinden
jij zult opwinden
hij/zij/het zal opwinden

je tendrai
tu tendras
il/elle tendra
» meer vervoegingen van tendre

agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
faire de l'agitation
émouvoir 
débattre 
troubler 
agiter