Vertaling van overvloed

Inhoud:

Nederlands
Frans
overvloed [m] (de ~), abundantie, exuberantie, overdaad [m] (de ~), rijkdom [m] (de ~), onbekrompenheid [v], uitbundigheid [v], weligheid [v] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
opulence [v] (l' ~)
Amerika heeft petroleum in overvloed.
L'Amérique a du pétrole en abondance.
overvloed [m] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
overvloed [m], weelderigheid [v] {zn.}
excès  [m] (l' ~)
surabondance [v] (la ~)
rijkdom, rijkdommen, abundantie [v], overvloed [m] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
profusion [v] (la ~)
luxe [m] (de ~), weelde [m] (de ~), abundantie [v], overvloed [m] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
profusion [v] (la ~)
uitvoerigheid, uitgebreidheid, onbekrompenheid [v], overvloed [m], uitbundigheid [v], weligheid [v] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
opulence [v] (l' ~)