Vertaling van passeren

Inhoud:

Nederlands
Frans
passeren, tegenkomen {ww.}
croiser 

wij passeren
jullie passeren
zij passeren

nous croisons
vous croisez
ils/elles croisent
» meer vervoegingen van croiser

passeren, tegenkomen {ww.}
croiser 

wij passeren
jullie passeren
zij passeren

nous croisons
vous croisez
ils/elles croisent
» meer vervoegingen van croiser

negeren, onder tafel schuiven, passeren, wegcijferen {ww.}
ignorer 
méconnaître 
bouder 

wij passeren
jullie passeren
zij passeren

nous ignorons
vous ignorez
ils/elles ignorent
» meer vervoegingen van ignorer

inhalen, passeren, voorbijrijden, voorbijvaren {ww.}
dépasser 
passer 
doubler 

wij passeren
jullie passeren
zij passeren

nous dépassons
vous dépassez
ils/elles dépassent
» meer vervoegingen van dépasser

langsgaan, passeren, voorbijgaan, voorbijlopen {ww.}
passer 
dépasser 

wij passeren
jullie passeren
zij passeren

nous passons
vous passez
ils/elles passent
» meer vervoegingen van passer