Vertaling van pijn
Voorbeelden in zinsverband
Waar hebt ge pijn?
Où as-tu mal ?
Mijn buik doet pijn.
J'ai mal à l'estomac.
De pijn was ondraaglijk.
La douleur était insupportable.
Waar doet het pijn?
Où avez-vous mal ?
Het doet geen pijn.
Ça ne fait pas mal.
Mijn hoofd doet echt pijn.
Ma tête me fait vraiment mal.
Doe me alsjeblieft geen pijn.
Ne me blesse pas, je te prie.
Mijn arm doet vreselijk pijn.
Mon bras me fait affreusement mal.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Je ne supporte plus la douleur.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
J'ai mal aux yeux.
Ik heb pijn aan mijn achterste.
J'ai mal aux fesses.
De pijn was voor hem onverdraaglijk.
La douleur lui était insupportable.
Mijn benen doen nog steeds pijn.
Mes jambes me font toujours mal.
Ik wou u geen pijn doen.
Je n'avais pas l'intention de te faire de la peine.
Mijn rug doet nog steeds pijn.
Mon dos me fait encore mal.