Vertaling van pijp

Inhoud:

Nederlands
Frans
pijp [v], tabakspijp [v] {zn.}
pipe  [v] (la ~)
Hij zat daar een pijp te roken.
Il était assis là et fumait sa pipe.
baar [v], paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
barreau  [m] (le ~)
barre  [v] (la ~)
gaule [v] (la ~)
perche  [v] (la ~)
bâton  [m] (le ~)
buis [v], kanaal [o], loop [m], pijp [v], roer [o], steel [m] {zn.}
tuyau  [m] (le ~)
tube  [m] (le ~)


Gerelateerd aan pijp

tabakspijp - baar - paal - roede - schacht - spijl - stang - buis - kanaal - loop - roer - steel