Vertaling van plagen

Inhoud:

Nederlands
Frans
plagen {ww.}
taquiner 
agacer 

wij plagen
jullie plagen
zij plagen

nous taquinons
vous taquinez
ils/elles taquinent
» meer vervoegingen van taquiner

plagen, pesten {ww.}
vexer

wij plagen
jullie plagen
zij plagen

nous vexons
vous vexez
ils/elles vexent
» meer vervoegingen van vexer

plagen, teisteren {zn.}
embêter
affliger
plaag (mv. plagen) {zn.}
plaie  [v] (la ~)
fléau  [m] (le ~)


Gerelateerd aan plagen

pesten - teisteren - plaag