Vertaling van plak

Inhoud:

Nederlands
Frans
filet [o], sneetje [o], moot, plak, schijf, snede, snee {zn.}
balafre  [v] (la ~)
plaat, plak, tablet [o] {zn.}
plaque  [v] (la ~)
plakken, resideren, verblijf houden, vertoeven, wijlen, verwijlen {ww.}
demeurer 

ik plak

je demeure
» meer vervoegingen van demeurer

kleven, pakken, plakken, elkaar aantrekken {ww.}
adhérer 

ik plak

j'adhère
» meer vervoegingen van adhérer

lijmen, hechten, plakken {ww.}
coller 

ik plak

je colle
» meer vervoegingen van coller



Gerelateerd aan plak

filet - sneetje - moot - schijf - snede - snee - plaat - tablet - plakken - resideren - verblijf houden - vertoeven - wijlen - verwijlen - kleven