Vertaling van ploegen

Inhoud:

Nederlands
Frans
ploegen, beploegen, omploegen {ww.}
labourer 

wij ploegen
jullie ploegen
zij ploegen

nous labourons
vous labourez
ils/elles labourent
» meer vervoegingen van labourer

ploeg (mv. ploegen) [m] {zn.}
charrue  [v] (la ~)
compagnie [v], ploeg (mv. ploegen), rot, vendel {zn.}
compagnie  [v] (la ~)
equipe [v], ploeg (mv. ploegen), team {zn.}
équipe  [v] (la ~)
Welk team zal winnen?
Quelle équipe va gagner ?
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Quelle équipe gagnera la partie ?


Gerelateerd aan ploegen

beploegen - omploegen - ploeg - compagnie - rot - vendel - equipe - team