Vertaling van pot

Inhoud:

Nederlands
Frans
pot, pul, vaas, vat [o] {zn.}
vase  [m] (le ~)
pot  [m] (le ~)
Deze vaas is van ijzer.
Ce vase est en fer.
Hou de vaas met beide handen vast.
Tiens le vase avec les deux mains.
kan [m], pan [v], pot [m] {zn.}
pot  [m] (le ~)
Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.
Donc tout ce qu'il te faut est du bon fromage et un pot de confiture de cerises noires.
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
baquet [m] (le ~)
bac  [m] (le ~)
oppotten, potten, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
accumuler 

ik pot
jij pot
hij/zij/het pot

j'accumule
tu accumules
il/elle accumule
» meer vervoegingen van accumuler



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

De pot verwijt de ketel.

C'est l'hôpital qui se moque de la charité.

Er is bijna geen koffie over in de pot.

Il ne reste presque plus de café dans la cafetière.

Er is nauwelijks koffie over in de pot.

Il reste à peine un peu de café dans la cafetière.

Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.

Donc tout ce qu'il te faut est du bon fromage et un pot de confiture de cerises noires.


Gerelateerd aan pot

pul - vaas - vat - kan - pan - doos - bak - etui - foedraal - koker - korf - zak - kist - fles - krat