Vertaling van prikkel

Inhoud:

Nederlands
Frans
angel [m], pen [v], prikkel, stekel {zn.}
piquant  [m] (le ~)
aanwakkeren, opwinden, prikkelen, verhitten, werken op {ww.}
hérisser 
exciter 

ik prikkel

je hérisse
» meer vervoegingen van hérisser

de sporen geven, prikkelen {ww.}
inciter 

ik prikkel

j'incite
» meer vervoegingen van inciter

aanporren, aansporen, aanvuren, prikkelen, stimuleren, zwepen {ww.}
stimuler 

ik prikkel

je stimule
» meer vervoegingen van stimuler

agaceren, irriteren, prikkelen {ww.}
agacer 

ik prikkel

j'agace
» meer vervoegingen van agacer

aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren {ww.}
irriter 
agacer 

ik prikkel

j'irrite
» meer vervoegingen van irriter