Vertaling van punt

Inhoud:

Nederlands

Frans

punt {zn.}

point [m] (le ~)
score [m] (le ~)

Ze staan op het punt weg te gaan.

Elles sont sur le point de partir.

Ik sta op het punt uit te gaan.

Je suis sur le point de partir.

oog [o], punt, spikkel, stip {zn.}

point [m] (le ~)

Ik was het op dat punt met hem eens.

Je suis d'accord avec lui sur ce point.

piek [v], topje [o], neus, punt, spits, tip, top {zn.}

sommet  [m] (le ~)
pointe  [v] (la ~)
cime  [v] (la ~)
bout  [m] (le ~)

Het uitzicht vanaf de top is erg mooi.

La vue du sommet est très jolie.

De top van de Fuji was bedekt met sneeuw.

Le sommet du Mt Fuji était couvert de neige.