Vertaling van putten

Inhoud:

Nederlands
Frans
hozen, ontlenen, putten, scheppen {ww.}
puiser 

wij putten
jullie putten
zij putten

nous puisons
vous puisez
ils/elles puisent
» meer vervoegingen van puiser

put (mv. putten) {zn.}
puits  [m] (le ~)
gat [o], hol, holte, kuil, put (mv. putten) {zn.}
creux  [m] (le ~)


Gerelateerd aan putten

hozen - ontlenen - scheppen - put - gat - hol - holte - kuil