Vertaling van puur

Inhoud:

Nederlands
Frans
regelrecht, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absolu 
pur 
parfait 
complet 
véritable 
louter, puur, zuiver {bw.}
proprement 
verregaand, vergaand, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absolu 
pur 
parfait 
complet 
véritable 
drievoudig, driedubbel, drievuldig, driewerf, triple, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absolu 
pur 
parfait 
complet 
véritable 
rasecht, volbloed, pur sang, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absolu 
pur 
parfait 
complet 
véritable 
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver {bn.}
propre 
pur