Vertaling van rek

Inhoud:

Nederlands
Frans
bank [v], bok [m], ezel [m], stellage [v], rek, schraag, stander, werkbank {zn.}
établi  [m] (le ~)
elasticiteit [v], rekbaarheid [v], rek, veerkracht {zn.}
résilience
ophouden, rekken, strekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken {ww.}
étendre 

ik rek

je étends
» meer vervoegingen van étendre

doortrekken, rekken, uitleggen, uitrekken, uittrekken, verlengen {ww.}
prolonger 
allonger 

ik rek

je prolonge
» meer vervoegingen van prolonger

De stad wil de weg verlengen.
La ville veut prolonger la route.