Vertaling van ren

Inhoud:

Nederlands
Frans
ren {zn.}
course  [m] (le ~)
hardlopen, hollen, rennen, snellen {ww.}
courir 

ik ren

je cours
» meer vervoegingen van courir

Ik kan rennen.
Je sais courir.
Ik kan rennen.
Je peux courir.
hardlopen, hollen, racen, rennen, snellen, sprinten {ww.}
s'élancer 
se précipiter 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ren!

Courez !

Ren voor je leven!

Sauve qui peut !

Ren zo snel als je kan.

Cours aussi vite que possible.


Gerelateerd aan ren

hardlopen - hollen - rennen - snellen - racen - sprinten