Vertaling van rest

Inhoud:

Nederlands
Frans
rest {zn.}
reste  [m] (le ~)
overige, rest, resterende {zn.}
reste  [m] (le ~)
restant, rest, overblijfsel {zn.}
restant
reste  [m] (le ~)
Vandaag is de eerste dag van de rest van je leven.
Aujourd'hui est le premier jour du restant de votre vie.
blijven, overblijven, resten, resteren, toeven, verblijven {ww.}
rester 

hij/zij/het rest

il/elle reste
» meer vervoegingen van rester

Het is saai om thuis te blijven.
Rester chez soi est ennuyeux.
Thuis blijven is saai.
Rester à la maison est chiant.


Gerelateerd aan rest

overige - resterende - restant - overblijfsel - blijven - overblijven - resten - resteren - toeven - verblijven