Vertaling van rijkdom

Inhoud:

Nederlands
Frans
rijkdom, rijkdommen, abundantie [v], overvloed [m] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
profusion [v] (la ~)
Amerika heeft petroleum in overvloed.
L'Amérique a du pétrole en abondance.
rijkdom {zn.}
richesse  [v] (la ~)
Ondanks al zijn rijkdom is hij toch gierig.
Malgré toute sa richesse, il n'est pas généreux.
overvloed [m] (de ~), abundantie, exuberantie, overdaad [m] (de ~), rijkdom [m] (de ~), onbekrompenheid [v], uitbundigheid [v], weligheid [v] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
opulence [v] (l' ~)
fortuin [o], rijkdom {zn.}
fortune  [v] (la ~)
John erfde een groot fortuin.
John a hérité d'une grosse fortune.
Hij liet zijn zoon een fortuin na.
Il a laissé une fortune a son fils.