Vertaling van roep

Inhoud:

Nederlands
Frans
roep {zn.}
appel  [m] (l' ~)
kreet, roep, schreeuw {zn.}
cri  [m] (le ~)
faam [v], befaamdheid [v], reputatie [v], mare, roem, roep {zn.}
réputation  [v] (la ~)
rennomée [v] (la ~)
Hij heeft een goede reputatie.
Il a une bonne réputation.
Veel wetenschappers hebben de reputatie excentriek te zijn.
Plusieurs scientifiques ont la réputation d'être excentriques.
faam [v], reputatie [v], naam, roep {zn.}
réputation  [v] (la ~)
gieren, joelen, roepen, schreeuwen {ww.}
crier 

ik roep

je crie
» meer vervoegingen van crier

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
J'ai entendu crier une femme.
roepen {ww.}
appeler 

ik roep

j'appelle
» meer vervoegingen van appeler



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Roep de dokter!

Appelle le docteur !

Roep me om zes uur morgenochtend.

Appelle-moi à six heures demain matin.


Gerelateerd aan roep

kreet - schreeuw - faam - befaamdheid - reputatie - mare - roem - naam - gieren - joelen - roepen - schreeuwen