Vertaling van rusten

Inhoud:

Nederlands
Frans
rusten {ww.}
se reposer 
Hij moest rusten.
Il avait besoin de se reposer.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hij moest rusten.

Il avait besoin de se reposer.

Laten wij even rusten.

Reposons-nous un peu.

Moge hij rusten in vrede!

Qu'il repose en paix !