Vertaling van samenvoegen
Inhoud:
Nederlands
Frans
samenvoegen, aggregeren, bijeenhopen, verzamelen {ww.}
agréger
ik zal samenvoegen
jij zult samenvoegen
hij/zij/het zal samenvoegen
j'agrégerai
tu agrégeras
il/elle agrégera
» meer vervoegingen van agréger