Vertaling van schelen

Inhoud:

Nederlands
Frans
schelen, uiteenlopen, verschillen {ww.}
être différent
différer 

zij schelen

ils/elles diffèrent
» meer vervoegingen van différer

absent zijn, afwezig zijn, schelen {ww.}
manquer 

zij schelen

ils/elles manquent
» meer vervoegingen van manquer



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Wie kan dat wat schelen?

Qui se soucie de cela ?

Het kan me geen barst schelen.

J'en ai rien à secouer.

Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.

J'aimerais pouvoir m'inquiéter plus pour mes notes mais il semblerait qu'à un certain moment de ma vie, j'ai décidé que cela n'était finalement pas si important.


Gerelateerd aan schelen

uiteenlopen - verschillen - absent zijn - afwezig zijn