Vertaling van scherp
Inhoud:
Nederlands
Frans
striemend, venijnig, vlijmend, snijdend, scherp {bn.}
acerbe
âpre
âpre
sluw, arglistig, doortrapt, geslepen, leep, listig, slinks, link, geraffineerd, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
scherpsnijdend, scherp {bn.}
acerbe
âpre
âpre
schril, contrasterend, scherp {bn.}
acerbe
âpre
âpre
ik scherp
j'aiguise
» meer vervoegingen van aiguiser
Mag ik mijn potlood scherpen?
Puis-je aiguiser mon crayon ?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Frans
Het mes is niet scherp.
Le couteau n'est pas aiguisé.
Pas op. Dat mes is scherp.
Sois prudent. Ce couteau est aiguisé.