Vertaling van scheur

Inhoud:

Nederlands
Frans
scheuring [v], rits, scheur {zn.}
accroc [m] (l' ~)
barsten, openbarsten, scheuren, springen, bersten, openbersten {ww.}
crever 

ik scheur

je crève
» meer vervoegingen van crever

barsten, scheuren, splijten {ww.}
se briser
se casser
éclater

ik scheur

je éclate
» meer vervoegingen van éclater

rijten, scheuren {ww.}
déchirer 

ik scheur

je déchire
» meer vervoegingen van déchirer



Gerelateerd aan scheur

scheuring - rits - barsten - openbarsten - scheuren - springen - bersten - openbersten - splijten - rijten