Vertaling van schijn

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanzien [o], schijn [m] {zn.}
apparence  [v] (l' ~)
air  [m] (l' ~)
aanblik [m], aanzien [o], air [o], verschijning [v], schijn, uiterlijk, voorkomen, vóórkomen {zn.}
spectacle  [m] (le ~)
aspect  [m] (l' ~)
allure  [v] (l' ~)
apparence  [v] (l' ~)
air  [m] (l' ~)
licht [o], schijn [m], schijnsel [o] {zn.}
lumière  [v] (la ~)
Zij heeft het licht aangedaan.
Elle a allumé la lumière.
Kan je het licht uitdoen?
Peux-tu éteindre la lumière ?
lijken, overkomen, schijnen, toeschijnen, voorkomen, vóórkomen {ww.}
sembler 
paraître 

ik schijn

je semble
» meer vervoegingen van sembler

blinken, glanzen, schijnen, schitteren {ww.}
briller 

ik schijn

je brille
» meer vervoegingen van briller

aan zijn, lichten, licht geven, schijnen {ww.}
être lumineux
luire 

ik schijn

je luis
» meer vervoegingen van luire