Vertaling van schraag

Inhoud:

Nederlands
Frans
bank [v], bok [m], ezel [m], stellage [v], rek, schraag, stander, werkbank {zn.}
établi  [m] (le ~)
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
s'harmoniser 
être d'accord 
s'accorder 
schragen, steunen, stutten, ondersteunen {ww.}
accoter
appuyer 

ik schraag

j'accote
» meer vervoegingen van accoter

dragen, schoren, steunen, ondersteunen, ruggesteunen, schragen {ww.}
maintenir 
appuyer 

ik schraag

je maintiens
» meer vervoegingen van maintenir