Vertaling van schudden

Inhoud:

Nederlands
Frans
agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
faire de l'agitation
émouvoir 
débattre 
troubler 
agiter 
schokken, schudden, opschudden, wrikken {ww.}
secouer 

wij schudden
jullie schudden
zij schudden

nous secouons
vous secouez
ils/elles secouent
» meer vervoegingen van secouer



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Laten we handen schudden.

Serrons-nous la main !

Als je het bed opmaakt, vergeet dan niet de kussens op te schudden.

Lorsque vous faites le lit, n'oubliez pas de regonfler les oreillers.


Gerelateerd aan schudden

agiteren - ophitsen - opruien - opstoken - opwinden - schokken - opschudden - wrikken