Vertaling van schuren

Inhoud:

Nederlands
Frans
boenen, poetsen, polijsten, schuren, wrijven, zoeten {ww.}
polir 

wij schuren
jullie schuren
zij schuren

nous polissons
vous polissez
ils/elles polissent
» meer vervoegingen van polir

stalletje [o], keet, kraam, loods [v], schuur (mv. schuren) [v], tent [v] {zn.}
stand  [m] (le ~)
échoppe  [v] (la ~)
kiosque  [m] (le ~)


Gerelateerd aan schuren

boenen - poetsen - polijsten - wrijven - zoeten - stalletje - keet - kraam - loods - schuur - tent