Vertaling van slaan
Inhoud:
Nederlands
Frans
slaan, met een stok slaan {ww.}
bâtonner
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
nous bâtonnons
vous bâtonnez
ils/elles bâtonnent
» meer vervoegingen van bâtonner
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
nous frappons
vous frappez
ils/elles frappent
» meer vervoegingen van frapper
Het was niet mijn bedoeling hem te slaan.
Je n'avais pas l'intention de le frapper.
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
nous frappons
vous frappez
ils/elles frappent
» meer vervoegingen van frapper
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
nous sonnons
vous sonnez
ils/elles sonnent
» meer vervoegingen van sonner
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
nous estampillons
vous estampillez
ils/elles estampillent
» meer vervoegingen van estampiller
geklep , geklepper , kastijding , slaan {zn.}
battement
battage
battage