Vertaling van snoepgoed

Inhoud:

Nederlands
Frans
zoetigheid [v], snoep, snoepgoed, zoet {zn.}
friandise  [v] (la ~)
lekkernij [v], versnapering [v], snoep, snoepgoed {zn.}
friandise  [v] (la ~)


Gerelateerd aan snoepgoed

zoetigheid - snoep - zoet - lekkernij - versnapering