Vertaling van staak

Inhoud:

Nederlands
Frans
paal, heipaal, staak {zn.}
échalas [m] (le ~)
pieu  [m] (le ~)
afbreken, opbreken, opheffen, staken, stelpen, stoppen, stopzetten {ww.}
arrêter 
terminer 
interrompre 
faire cesser

ik staak

j'arrête
» meer vervoegingen van arrêter

Ge zoudt moeten stoppen met roken.
Vous devriez arrêter de fumer.


Gerelateerd aan staak

paal - heipaal - afbreken - opbreken - opheffen - staken - stelpen - stoppen - stopzetten